- In Nieuw-Zeeland en Australië blijft de inflatie relatief hoog.
- Dit betekent dat de centrale banken van deze landen weinig ruimte hebben om de beleidsrente te verlagen.
- Valuta-expert Joost Derks van iBanFirst legt uit wat dit betekent voor de ‘Kiwi-dollar’ en de ‘Aussi’.
ANALYSE – De verrassende beslissing van de Britse premier Rishi Sunak om in juli al verkiezingen uit te schrijven trekt deze week veel aandacht in de valutawereld. Maar het belangrijkste monetaire nieuws kwam juist helemaal van de andere kant van de wereld. Dat wil zeggen: uit Nieuw-Zeeland.
De centrale bank van Nieuw-Zeeland hield de beleidsrente voor de zevende maal op rij onveranderd op 5,5 procent. Net als veel andere centrale banken durft de Reserve Bank of New Zealand (RBNZ) het niet aan om de rente te verlagen, voordat duidelijk is dat de inflatie terugkeert tot het doelniveau van circa 2 procent. In dit opzicht neemt de centrale bank van Nieuw-Zeeland overigens wel een speciale rol in.
Het land had eind vorige eeuw namelijk de wereldprimeur van een centrale bank met een concreet inflatiedoel. In 1990 opperde toenmalig minister van Financiën Roger Douglas de suggestie om te streven naar een inflatie die tussen de 1 en 3 procent lag. De centrale bank van Nieuw-Zeeland nam dat idee over en sindsdien hebben veel andere centrale banken dat voorbeeld gevolgd: van de Amerikaanse Federal Reserve en de Bank of England tot de Europese Centrale Bank.
Maar eerlijk is eerlijk: de afgelopen tijd gaat de strijd tegen inflatie de centrale bank van Nieuw-Zeeland niet zo heel goed af. In het eerste kwartaal van dit jaar kwam de inflatie in Nieuw Zeeland uit op 4 procent. Dat was iets meer dan de 3,8 procent waar economen op rekenden.
Inflatie is zodoende een groter probleem in Nieuw-Zeeland dan in Europa of de Verenigde Staten, waar de kerninflatie op respectievelijk 3,6 procent en 3,1 procent uitkomt.
De centrale bank van Nieuw-Zeeland zinspeelde er dan ook op dat er voorlopig weinig ruimte is om de beleidsrente aan te passen. En omdat de inflatiecijfers slechts eenmaal per kwartaal naar buiten komen in plaats van elke maand, zal er voorlopig niet veel aan dat vooruitzicht veranderen.
Hoge rente in Nieuw-Zeeland en Australië speelt valuta in de kaart
Iets vergelijkbaars geldt overigens ook voor Australië. In dat land liep de inflatie in het eerste kwartaal iets op tot 3,6 procent. Bovendien is de arbeidsmarkt in Australië opvallend sterk. In april zijn er namelijk 38.500 banen bijgekomen in Australië. Dat zijn er veel meer dan de 23.700 waarop werd gerekend.
De combinatie van een krappe arbeidsmarkt en een inflatie die maar niet wil dalen, wijst erop dat een renteverlaging down under mogelijk pas in 2025 komt. Dat is veel later dan bijvoorbeeld in Europa en de Verenigde Staten.
Het groeiende renteverschil vormt de rest van dit jaar waarschijnlijk een rugwind voor de Aussie- en Kiwi-dollar. Wie zich in de luxe positie bevindt dat hij of zij een wereldreis naar Australië of Nieuw-Zeeland plant, moet er dan ook rekening mee houden dat de kosten net wat hoger uit kunnen komen.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Bekijk de video’s over ontwikkelingen binnen de valutawereld op het YouTube-kanaal van iBanFirst.